22 juni 1944

Lancaster stort neer in Lanklaar

22 juni 1944, een mooie zomerdag.
Er was al een tijdje veel beroering in Lanklaar. Op 6 juni, D-Day, waren immers de geallieerde troepen geland in Normandië.
De in Lanklaar gekazerneerde ‘Kriegsmarin’ leek alsmaar zenuwachtiger en grimmiger.
Dagelijks hoorden we de bommenwerpers in groep over ons heen vliegen, geladen met dodelijk materiaal dat ergens in het vijandelijke Duitsland gedropt moest worden.

Lancaster bommenwerper
En op die mooie zomerse namiddag keerden ze weer terug na hun bommenvracht gelost te hebben.
Voortdurend hield het Duitse afweergeschut hen onder vuur. Toen gebeurde het! Een der  vliegtuigen van het 44ste RAF-squadron werd boven onze streek geraakt door  het afweergeschut.
Met een dikke zwarte rooksliert achter zich aan kwam het toestel naar beneden, het scheerde over de toppen van de canadabomen langsheen de Vrietselbeek en over de eiken van de Rijksweg naar het Dilserveld toe.
Plots scheen het alsof de piloot met alle macht het toestel probeerde op te trekken, zodat het rakelings over het dak van het huis van kantonnier Thaens in het Dilserveld vloog, maar zich dan toch in de grond boorde. Een steekvlam, gevolgd door een oorverdovende knal en zwarte rookwolken, geknetter van ontploffende munitie…en dan werd het stil.
Zeven jonge mannen van amper 19, 20, 22 jaar lieten er hun leven.

In een oogwenk werd het hele gebied afgezet door Duitse soldaten, niemand mocht door.
De Broekhofstraat hield indertijd op aan de woning van Jaak Hoeven (Koob van de gard), het stuk naar Dilsen was niet meer dan een karweg die doorliep tot aan de Borreshoefstraat in Dilsen. De Boslaan bestond nog niet. Het vliegtuig kwam ongeveer neer op de plaats waar nu de hoeve van Leon Dreesen staat. Lang na die helse zomerdag bleef de plek zwart verbrand, er groeide zelfs geen gras. Na zestig jaar is de plek waar de brandstoftank leegliep en het vliegtuig uitbrandde nog te lokaliseren. De plantengroei is er miserabel en bij het ploegen worden nog steeds kleine restanten van het vliegtuig gevonden. Een tweede vliegtuig stortte neer in Dilsen. Hierbij kwamen twee bemanningsleden om.

oud grafoude graven

De gesneuvelden werden op het kerkhof van Lanklaar begraven. Dank zij de zorgen van Theo Stams-Hoeven kwam een gedachteniskruis op hun graf. Later werd door de bevoegde dienst van de Royal Air Force het nodige gedaan voor een blijvend gedenkteken.

de bemanning

Een foto van de bemanning van de Lancaster ND 552 vooraleer ze opstegen voor hun laatste vlucht…

Jaarlijks wordt op elf november een herdenkingsplechtigheid gehouden bij de negen graven op het kerkhof door NSB Lanklaar.

brief aan Theo Stams over het onderhoud van de graven

Brief uit 1952 gericht aan Theo Stams-Hoeven in verband met het onderhoud van de graven van de bemanning van het neergestorte vliegtuig. Hieronder de omslag.

omslag van de brief

 

nieuwe graven en monument

De huidige grafstenen op het kerkhof van Lanklaar

 

De namen van de gesneuvelden:

Van de Lancaster ND 552:

* John Douglas BARBER, geboren 11-08-1924 in Wilmslow-Cheshire (GB) als zoon van Harry & Elisabeth Barber, Sergeant, flyght engineer RAF gesneuveld op 22-6-1944, 19 jaar
* David BLACKIE, geboren op 18-12-1924 in Liverpool (GB) als zoon van James & Marie Blackie, Sergeant – RAF Air Gunner, gesneuveld op 22-6-1944, 19 jaar
* Laurence Herbert BOZIER, geboren op 19-04-1921 in Hitchin-Herts (GB) als zoon van Herbert Bozier en Matilda Lawrence, Sergeant Wireless operator RAF, gesneuveld op 22-6-1944, 23 jaar
* Raymond William BRETT, geboren op 22-11-1923 in Dover (GB), zoon van William James en Lilian Louise Brett, wonende 24 Buckland Avenue in Harding (GB), Sergeant RAF Air Gunner, gesneuveld 22-6-1944, 20 jaar
* Flying Officer Thomas Sawer CALDER, geboren op 05-02-1923 in Edinburgh (GB), Navigator RAF, gesneuveld op 22-6-1944, 21 jaar
* Flying Officer Neil Joseph SMITH, geboren op 27-06-1921 in Midland (Australië) als zoon van Edward & Alice Ethel Smith, Royal Australian Air Force, gesneuveld op 22-6-1944, 22 jaar
* Flight Serg. Michael William Beevor STEELE, geboren op 29-12-1920 in Norwich (GB), Air Bomber RAF, gesneuveld op 22-6-1944, 23 jaar


Van de Lancaster LM 434:

* Pilot Officer Neville John Wingrove SCHOLTZ, geboren op 27-12-1923 in Que Que (Zuid-Rhodesië) als zoon van Vincent James & Holly Georgina Scholtz, Piloot RAF, gesneuveld 22-6-1944, 20 jaar
* Flight Sergeant John Campbell WILLSON, geboren op 30-01-1924 in Encinitas (USA) als zoon van Charles Alwyn & Euphemia LilyWillson, Royal Canadian Air Force, Air Bomber, gesneuveld 22-6-1944, 20 jaar

Beide vliegtuigen hoorden bij het “No. 44 Rhodesia Squadron”.

embleem van n44 Rhodesia Esquadron

Op hun insigne stond een olifant op een berg. Hun motto was: “Fulmina regis iusta” of “de bliksemschichen van de koning zijn rechtschapen…”
Het No. 44 Squadron was gevormd in Hainault Farm in Essex op 24 juli 1917 als verdediging van het thuisland in de Eerste Wereldoorlog. Het gebruikte voor het eerst de Sopwith Camel eenzitter voor nachtelijke operaties in augustus en september 1917 en behaalde een eerste overwinning bij nacht toen twee Camels op 28-29 januari 1918 een Duitse Gotha neerhaalden.
Ontbonden in 1919 werd het 44ste squadron opnieuw opgericht in maart 1937 in Wyton, maar nu als bommenwerpers. Later in dat jaar volgde een verhuis naar Waddington, waar de eenheid aangevuld werd met tien Hampdens.
Bij het uitbreken van de oorlog stond het squadron onder bevel van Wing Commander J.N. Boothman.

 

De opdracht was het veilig houden van de Noordzee en het mijnen leggen. Als Hitler Groot-Brittannië dreigde binnen te vallen, moest het bombardementen uitvoeren op industriële centra in Duitsland. De eerste opdracht mijnen leggen werd uitgevoerd op 3 september 1939 ten noorden van Helgoland. Op 19 en 20 maart 1941 voerde het een eerste aanval uit op een basis van watervliegtuigen in Hörnum.
In 1941 werd het squadron herdoopt in No. 44 Rhodesia Squadron als eerbetoon aan het land Rhodesië dat met veel manschappen deelnam aan de oorlog: een vierde van de bemanning was trouwens uit dat land afkomstig.

In 1942 schakelde het squadron over op Lancasters. Op 17 april voerde men een niet-geëscorteerde aanval bij dag uit op de M.A.N. Dieselfabrieken bij Augsburg in Beieren.
Maar niet alleen de industrie, ook onderzeeboten en de V1-wapenfabriek bij Peenemünde werden gebombardeerd.
Vanuit Dunholme Lodge werden in juni 1943 in alle weersomstandigheden op Duitse doelen bombardementen uitgevoerd, geholpen door markeerbommen van de Pathfinder Force en een radarsysteem.

Na D-Day en de inval in Normandië vernietigde het No. 44 Squadron communicatiesystemen in Frankrijk en Duitse V1-stellingen in Pas de Calais. Ook ondersteunde het de grondstrijdkrachten door het bombarderen van vijandelijke stellingen.
Op 25 april 1945 voerden de manschappen een laatste oorlogsopdracht uit, een aanval op een eenheid SS-troepen in Berchtesgaden.
Op 4 mei 1945 haalden ze in Brussel ex-krijgsgevangenen op en brachten ze terug naar Engeland.
Na de wapenstilstand werd de eenheid uitgerust met Lincolns in 1947 en in 1948 kreeg ze in Rhodesië een koninklijke ontvangst.

Na tal van omzwervingen doorheen Engeland belandde het squadron in 1955 in Honington, het was dan uitgerust met Canberra-jet-bommenwerpers.
In oktober 1956 nam het actief deel aan de crisis in het Midden-Oosten. In juli 1957 werd de eenheid ontbonden maar in augustus 1960 opnieuw opgericht in Waddington, dan uitgerust met Vulcan B 1-vliegtuigen.

lancasterBrave young man of yester youth,

strangers yet brothers.

A short time then, but timeless, 

a future for a future gained.

 

We remember.

 

 

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

CORRECTIE: Reacties van lezers


Naar aanleiding van ons artikel “Het gebeurde in 1944” kregen we van mevrouw Marie-Louise Stams volgende versie van de feiten, haar vroeger verteld door haar vader Theo Stams-Hoeven. Jan Kohlbacher van Eisden gaf ons nog verdere informatie en verwees ons ook naar een artikel in het heemkundig tijdschrift Eisden, nr.2 van juni 1999 waarin de fatale nacht van 21-22 juni 1944 uitvoerig beschreven werd.

De Lancaster ND 552 met zeven bemanningsleden aan boord is neergestort op de kolenstock van de mijn van Eisden, gelegen achter de Paul Lambertlaan. Daarbij kwamen alle bemanningsleden om.

Vier waren verkoold in het vliegtuig zelf, twee bemanningleden vielen te pletter omdat hun parachute niet tijdig open ging. Hoe het zevende bemanningslid omkwam is niet geweten. De brandweer van de mijn moest uitrukken om de brandende kolenstock te blussen.

Het tweede vliegtuig, de Lancaster LM 434 is neergestort ongeveer op de plaats waar nu de hoeve van Leon Dreesen staat, hierbij kwamen twee bemanningsleden om en werden er vier gevangen genomen door de Duitsers. Het vijfde bemanningslid, navigator L.P. Tobin, werd door het verzet opgepikt en verborgen gehouden. Via de bekende “pilotenlijnen” geraakte hij eind september 1944 veilig terug in Engeland. Lucien Bogers, de auteur van het artikel in het tijdschrift “Eisden” wijst op het mogelijk heldhaftige gedrag van de 21-jarige Rhodesische piloot Neville John Wingrove Scholtz die tot het laatste moment de stuurknuppel hanteerde om zo zijn bemanning toe te laten het vliegtuig met een valscherm te verlaten
De plaatsen van het neerstorten van beide vliegtuigen werden door ons dus verwisseld.

Onze dank aan mevrouw Marie-Louise Stams en de heer Jan Kohlbachter en Pierre Peeters voor de bijkomende informatie.

Tijdens dezelfde nacht stortten nog vijf Lancasters neer: in Genk-Langerlo (zeven doden) tegen de kanaaldijk, in As (1 dode) bij de Boslaan tegen het goederenspoor, in Dorne (3 doden) aan de rand van het bos, in Meeuwen (7 doden) in de Anjerstraat en in Hamont (7 doden) op de grens met Bocholt.

Dit was de trieste balans van een aanval op fabrieken in Scholven-Bure en Wesseling waar synthetische oliën vervaardigd werden.
De redactie


Mei 2014: John Stijnen heeft na veel speurwerk de bovenstaande gegevens van de bemanningsleden aangevuld met o.a.hun geboortedata en namen van de ouders.
Hartelijk dank.

 


Terug naar verhalen


Uit het archief van Theo Leenders
Periodiek De Vreedsel, 2005, nr.4, p. 14